Het is fascinerend hoe het leven ons kan uitdagen in uitersten. Of je nu fysiek overleeft in de jungle, als dakloze of aan een frontlinie. Of dat je een innerlijke strijd voert, badend in materiële overvloed, het gevoel van “op leven en dood” is universeel en raakt ons op de meest basale lagen van ons bestaan.
Intense stress
Die momenten van intense stress – waar de wereld zoals je die kent, wegvalt – brengen ons soms dichterbij iets wat groter is dan onszelf. Het kan voelen als een sterven van het oude, een loslaten van de controle die we zo wanhopig proberen vast te houden. En juist in dat loslaten schuilt een wonder. Want wat overblijft, is vaak niet de dood die we vrezen, maar een diepere verbinding met wie we werkelijk zijn.
Afbeelding van Subham Shome via Pixabay
Onverwachte vreugde
Die overgang, dat portaal tussen wat we leven en dood noemen, kan je van intens lijden, zomaar bij een onverwachte vreugde brengen. Bij een lach die niet oppervlakkig is, maar oerkrachtig en helend. Het is een lach die ontspringt vanuit een plek die je misschien niet eens wist dat je die had: een plek waar je ziel vrij is, verbonden met het onbegrensde.
Lijden en lachen lijken tegengesteld, maar ze delen dezelfde wortel. Beide brengen ons naar de kern van ons mens-zijn, naar de essentie die zich verstopt achter lagen van gewoonten, overtuigingen en bescherming.
De verborgen lagen in jezelf
Misschien is het geen ervaring die je ópzoekt, maar het is wel iets dat je kunt uitnodigen: het onderzoek naar de verborgen lagen in jezelf. Want juist daar, op de grens tussen wat we vrezen en wat we hopen, ligt de toegang tot het volle leven.
Sta deze week eens stil bij wat in jou nog geduldig wacht om gezien te worden. Wie weet, vind je daar iets onverwacht kostbaars. (En ja graag, deel het!)
Liefs, Nynke
Geef een reactie