Tijdens de afgelopen warme weken was ze daar opeens, als een hoop onder een dekzeil, slapend in het park. Mensen zonder dak zijn natuurlijk niet nieuw maar dit voelde anders. Ze is jong en vrouw waar daklozen die ik ken man zijn en wat ouder. Het raakte me, zoals het fenomeen zonder dak me voortdurend lijkt te raken. Het zal vast ergens een diepe ervaring zijn geweest in mijn (vroegere) leven.
Eerst durfde ik het niet goed aan te kijken en voelde ik me in de ontkenning schieten, zo ongemakkelijk voelde dit: hoe kan zij nou buiten slapen? Ze is vast een toerist met een krap budget die liever Amsterdam wil ervaren dan geld uit te geven aan een hostel. Maar nee, dat leek ze toch niet te zijn. Niets meer dan een grote shopper-tas van die bekende supermarkt en dat dekzeil. Dat is geen toeristen-uitrusting.
Voorzichtig contact
De volgende keer stak ik mijn hand op maar durfde niet naar haar toe te gaan. Alsof wat ze op dat moment voor mij representeerde: armoe en uitsluiting, onmacht en angst voor lijden in de kou en de vuiligheid, op mij kon overslaan. Het voelde als een diep menselijk ingebouwd reflex van zelfbescherming, maar toch schaamde ik me ervoor. En ik was een beetje bang voor een afwijzing. Wat als ze bot en boos zou reageren en me af zou katten? Maar, ze was meteen open en wuifde terug. Het was de groet van iemand die in haar eigen kracht gelooft. Die respect heeft voor wie ze is en zich niet schaamt voor haar situatie.
Alle keren daarna wuifden we naar elkaar maar durfde ik geen stap dichterbij te zetten. In plaats daarvan liet ik haar beeld op me inwerken en merkte dat er een diep respect voor haar begon te groeien. De manier waarop ze daar zat: rechtop, als in een diep meditatieve staat en toch open voor contact. Niet vragend, geen slachtofferhouding, ondanks haar situatie. En, heel bijzonder in mijn beleving: niet schuw en schaamtevol maar volledig haar ruimte innemend, zoals een wijze oudere in een traditionele stam, stel ik me voor.
Het einde van de zomer
Maar de zomer ging voorbij, zoals we hebben gemerkt, en de regen kwam. En op zo’n eerste koude, natte dag vermande ik mezelf en liep naar haar toe. Ze zat op haar bank, rillend, sigaretje rokend, voeten opgetrokken onder zich, dekzeil om haar heen. Haar gympen kletsnat onder de bank en de tas met haar bezit onder het zeil. Ze ontmoette me, vriendelijk, en we begonnen een gesprek. Ze vertelde over haar omstandigheden en hoe ze nu hier was beland. Ze wilde niet terug naar de Leger des Heils plek omdat het daar zo onveilig was gebleken. Dus koos ze nu hiervoor, waar ze rust vond en zichzelf kon zijn, om van daaruit naar iets beters te groeien.
Afbeelding van Michael Kauer via Pixabay
Het begin van een vriendschap
Ze had mooie tijden meegemaakt, een kind gekregen, in de zorg gewerkt en op de een of andere manier had haar leven haar nu hier gebracht. Opeens vroeg ze: “Wil je mijn diploma zien?” Het ontroerde me: zo’n intiem gebaar vond ik het. “Ja, natuurlijk!” antwoordde ik. Het raakte me nog meer dat ze zoveel moeite deed, in de regen en de kou, om haar zorgvuldig ingepakte diploma helemaal uit te pakken. Ingewikkeld in allemaal zakjes en verborgen in een boek, kwam het uiteindelijk tevoorschijn: één officieel ogende A4 met haar officiële naam als een brug naar de maatschappelijke realiteit, iets dat ze koste wat het kost zou beschermen. Dat was haar life line om weer terug te komen naar een punt van geborgenheid: een huis, een baan, misschien haar kind weer terug en bij haar opgroeiend, wie weet. Ze vertelt verder: zei wil met dementerende ouderen werken. Daar ligt haar hart. En de wereld heeft haar nodig. Dementie bloeit immers als nooit tevoren.
Niet bang
Vanuit dat gesprek is haar plek in mij gegroeid. Alsof ze mij leert om niet bang te zijn voor wat het leven kan brengen. Ze vraagt niets maar geeft me de ruimte om praktisch te worden, mee te denken. De kou vraagt om warmte: een deken, warme kleding, andere schoenen, handschoenen en een sjawl. Lieve mensen zijn gaan doneren op mijn oproepje in de buurtapp en inmiddels heeft ze een tentje en warme spullen.
Haar waardigheid houdt mij op mijn plek: ik weet het niet beter, hoef niets over te nemen. Het is haar leven en waar ik praktisch kan zijn, staat ze me toe. De volgende stap kan een warme maaltijd zijn en een douche of misschien het meedenken in het laveren door instanties en regels, al weet ze daar goed de weg.
Voor even of voor het leven
Ik ben geen hulpverlener. Al voelt het goed om te mógen helpen. Ik ben een mens, een gevoelig mens, dat ook gewoon zoekende is in deze naar materie overhellende wereld. Ze laat me zien, hoe ver ik durf te gaan om van mijzelf te geven, hoe onvoorwaardelijk ik ben en in vertrouwen en waar mijn grens ligt om eerst voor mezelf te kiezen. Zij en ik, we respecteren elkaar, ook al is onze relatie nog pril. Daarin ervaar ik iets intiems, wat de vriendschappen die ik ken, niet altijd bieden. Een nieuwe vriendin. Is het voor even of voor het leven? In ieder geval is het voor nu.
Liefs, Nynke
PS: Als je rondloopt met dieperliggende angsten, ongrijpbare gevoelens van onrust waar je geen weg mee weet, laten we ernaar kijken. In een kennismakingsgesprek bied ik helderheid en kunnen we samen ervaren of ik iets voor je kan betekenen in het landen in je oervertrouwen dat je pad helemaal klopt, hoe ‘van het pad’ het ook lijkt te zijn
Geef een reactie