Afgelopen zondag, Westergasterrein, het event Kijk op West. Zo’n zondagmiddag waarop ik zin heb in muziek en inspiratie. Het Westergasterrein is sowieso al inspirerend. Vandaar dat ik er mijn coachgesprekken ook voer bij Pand020 (juist, even reclame, maar dat verdienen ze wel!).
Ik ben laat. Het programma is al een end op dreef. Ik loop een beetje te struinen en zie opeens kaarten liggen in zo’n waaiervorm, een uitnodiging om er een te trekken. Ik ben dol op kaarten trekken. Beeld kan vaak zoveel luider spreken dan woorden, zo’n grotere impact hebben.
Chantal, de dame in de stand, nodigt me uit te komen zitten en een kaartje te trekken op zoek naar een antwoord, een inzicht, iets moois. Ik mag zeggen wat ik op mijn lever heb, maar het hoeft niet. Mijn linkerhand gaat over de kaarten. Een gevoel voor welke kaart dan precies, is bij mij niet heel sterk aanwezig, tenminste niet bewust, zoals ik dat wel van anderen hoor. Dus ‘doe ik maar wat’ en trek er een. Ik ken de kaart niet, nog nooit eerder gezien. Het onderschrift is ‘Innocence’, onschuld.
Het is een witte kaart met een overwegend zwarte afbeelding. Hmm, niet meteen een aansprekend kleurenpalet. Inmiddels gewend aan het gekwetter in mijn hoofd vol met oordelen (jeetje, rotkaart, ik wil een andere, ik heb het vast fout gedaan…), laat ik dat maar even gaan.
Chantal zegt meteen: “Je hebt een onschuldige uitstraling. Je hebt ook een onschuldig gezicht.” Kijk, dat streelt mijn ego dan wel weer, dus denk ik: ‘Ga maar verder. Wie weet heb je meer leuks te melden’.
Mijn vraag ging over een donkere kant in mezelf, iets waar ik bang voor ben. Een angst die diep zit. Hoe ging het ook weer, die bekendste zin in coachland en ver daarbuiten? “Our deepest fear is not that we are inadequate. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. It is our light, not our darkness that most frightens us.” – Marianne Williamson. Zo’n angst dus.
In lijn met het zwart op de kaart, begint Chantal te schilderen met zwarte verf op een klein stuk karton. Ook daar vind ik natuurlijk van alles van: ‘Wat doe je nou? Waarom gebruik jij ook zwart?’ Al schilderend praat ze, over angsten en of ze wel werkelijk zijn wat we denken. Of waar we bang voor zijn wel werkelijk is wat het lijkt. ‘Ja he he, dat weet ik ook wel.’ Hoor ik mezelf in stilte zeggen.
Chantal gaat onverstoorbaar door: ze pakt roze, daarna een soort van oranje. Dat brengt licht in haar schilderijtje, letterlijk. Dan brengt ze details aan: stippen, dikkere klodders oranje en roze. Tsjack, tsjack, mooi! Ze worstelt nog met een tube, goudkleurige verf. “Ik wil je wat goud geven”, zegt ze. Dat ontroert me: Ik ben goud waard. Oeps.
Het schilderijtje is klaar. Ze laat het even drogen in de zon. Ik kijk ernaar en merk mijn twijfel en denk: ‘En nu? Wat kan ik er nu mee?’ Nog steeds ontroerd door de afwerking met stippen en goud, bedank ik haar. Ze vertelt over haar eigen tocht en hoe ze juist door iets in haar leven dat stopte, op dit pad kwam en kunst met een boodschap is gaan maken, haar bedrijf.
Thuis gekomen, een paar uur later, pluk ik de kaart uit mijn tas. En dan gebeurt het: er is een beeld ontstaan op de kaart, dat meteen binnenkomt. De zwarte verfstrepen zijn veranderd in een figuurtje, een mannetje, dat om zich heenslaat met een soort zwaard. Eromheen wervelt een kleurenpracht, licht, fladderend en stralend. Wat mooi. Het mannetje, staand voor mijn angst, zeg ik mezelf, wordt door de kleuren en het licht, alsmaar kleiner. In feite is hij het die bang is. En daarmee stopt het gevecht en hou ik van het mannetje. Hij is dapper, bedoelt het heel goed en ik ben blij met hem.
En wat Chantal zei? Heel eerlijk, de tekst ben ik kwijt. Maar dit beeld, dat raak ik niet meer kwijt. Dat raakt!
Geef een reactie