Gisteren was ik op bezoek bij een nieuw inititatief: ‘Het Dialoog Instituut’. De drie initiatiefnemers: Claes-Berend van der Kolk, Patrice Dijkman en Floris Koot, willen hiermee “de kracht van de dialoog onderzoeken en de verschillende vormen die er bestaan voor groepen en bedrijven stimuleren”. “Onze intentie is hiermee een bijdrage te willen leveren aan de geest van dialoog, aan meer samenhang en verbinding.”
Waarom die aandacht voor juist deze vorm? Tijdens de dag hebben we ermee geoefend en dat bleek nog niet mee te vallen. Dus aandacht verdient het wel. Maar wat levert het dan op?
Veel twee- of groepsgesprekken lijken op een soort ping-pong spel waarbij de sterkst gebrachte statements ‘winnen’. Het lijkt altijd te gaan om of-of, dus 1 waarheid. Of men zoekt snel consensus.
Ik denk dat een goede dialoog en-en inhoudt. Het heeft dus elkaar aanvullende waarheden als uitgangspunt. Als je als uitgangspunt neemt dat iedereen die meedoet aan een gesprek een stuk waarheid inbrengt, ben je ook bereid daarnaar te zoeken. Dan krijg je een heel ander soort communicatie.
Op zoek naar de waarde van een inbreng, komt rust en diepgang in een gesprek. Er wordt doorgevraagd en gereflecteerd. Dan blijken tegengestelde argumenten elkaar niet meer te bijten maar elkaar te versterken door de nieuwe invalshoeken. De participanten herkennen allen hun bijdrage in de uitkomst van het gesprek en zullen er vol voor gaan.
De diepgang en synergie van de zo’n uitkomst lijken flinke voordelen te zijn. Zitten er ook flinke nadelen aan het meer (in)voeren van de dialoog, bijvoorbeeld in organisaties?
Geef een reactie