Vandaag (15 feb 07) werd bij de Vara op radio 1 in het programma ‘Het onderzoek’ de heer Awee Prins, filosoof en universitair docent wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit Rotterdam, geinterviewd. Later vandaag hoopt hij te promoveren op het proefschrift ‘Uit verveling’. Hij legt een verband tussen onze toegenomen welvaart en vrije tijd, en de toegenomen verveling.
Als voorbeeld noemt de heer Prins dat vrijwel elke vakantiebrochure
tegenwoordig bij zijn bestemmingen vermeldt: ‘U zult zich hier geen
moment vervelen.’ We hebben ons ontwikkeld naar een leven met een hoop meer ‘vrije’ tijd maar die vrijheid blijkt nog lastig te hanteren, zo vindt de heer Prins. De interviewster stelt terecht denk ik, de vraag of het eigenlijk een probleem is dat we ons vervelen. Prins zegt van niet maar stelt later dat het ons zou sieren meer
waarde te hechten aan wat we allemaal hebben en te genieten van de
‘kleine’ dingen in het leven (relatief begrip natuurlijk). Is dat de oplossing?
Ook ik denk dat genoemde massale verveling problematisch kan zijn. Ik koppel het aan een gevoel van leegte en zinloosheid. Zo kan het in de hand werken dat mensen continu doorgaan met het willen vinden van substituten en bijvoorbeeld onnodig gaan consumeren. Met vetzucht en een groter energieverbruik tot gevolg. En dat draagt nou niet direct bij aan een fijn leefklimaat in ons land.
De tips van de heer Prins zijn volgens mij nog niet afdoende om met leegte en zinloosheid om te gaan. Massale verveling zit denk ik wat dieper en de omkering ervan zal ook wel enige tijd duren. Maar dat is niet perse iets negatiefs.
Door zelf te ervaren dat instant bevrediging van het verveling-gevoel keer op keer niet werkelijk helpt, raken we intrinsiek gemotiveerd naar andere manieren te zoeken om met onze relatief nieuwe vrijheid om te gaan. Dat werkt denk ik veel beter dan quick fixes of opgelegde regels.
Wat gaat ons in ‘vrijheidsnaam’ helpen? Volgens mij is dat ongeveer dezelfde vraag als: Wat is de zin van het leven?
Geef een reactie